Take a photo of a barcode or cover
A review by boleuzia
In a Dry Season by Peter Robinson
4.0
In m’n wonderjaren was ik een fervent, zeg maar verwoed, lezer van de betere schelmen- en pulpromans – Joyce, Proust, Burroughs, Pynchon en Danielewski, het kon niet gortig, woest en platvloers genoeg zijn – maar dezer dagen vul ik als plichtsbewust burger m’n zeeën van tijd doorgaans met het doorworstelen van vuistdikke analyses van la condition humaine verpakt in protserige, paginalange metaforen, inclusief uitstapjes richting filosofie (hoe hermetischer, hoe beter!!), sociologie, psychologie en postkoloniale politieke perspectieven. In het kader van een pedagogische uitstap naar Noord-Wales ben ik de plaatselijke ramsjsecties dan ook overhoop gaan zetten en met een karrevracht food for thought huiswaarts gekeerd. Zo o.m. In A Dry Season (1999) van de naar Canada uitgeweken Brit Peter Robinson op de kop kunnen tikken voor een luttele 2 pond, een bedrag waar je ter plekke een achttal sigaretten van het merk Marlboro voor krijgt. De keuze was snel gemaakt. “Gade nu eindelijk ne keer stopp’n met rook’n?”
Ik had nog nooit gehoord van Robinson, iets dat naarmate ik vorderde in In A Dry Season steeds een belachelijker idee werd. Het is namelijk een prima misdaadroman in de Britse traditie van o.m. Ian “who else” Rankin en Patricia Cornwell. Ook hier gaat het om een serie waarin steeds hetzelfde personage opdraaft (inspecteur Alan Banks), die meer dan een paar oppervlakkige gelijkenissen vertoont met genre-iconen als Morse en Rebus. Niet alleen gaat het om een door het leven getekende veteraan met persoonlijke, relationele en professionele problemen; het gaat ook om een levensvisie en een resem sociale handicaps (“In my solitude you haunt me…” etc, u kent dat wel, compleet met plaatjes klassieke muziek) die intussen tot de gemeenplaatsen van de misdaadschrijverij zijn gaan behoren. Vijfhonderd pagina’s slaagt Robinson erin de lezer (deze jongen, althans) bij de les te houden, en dat met een bijna belachelijk simpele structuur: op een dag vind een jongetje een lijk in een uitgedroogd meer, en het is aan Banks en zijn (beschikbare) vrouwelijke collega om uit te dokteren over wie het gaat en hoe deze persoon het hiernamaals in werd gejaagd. En dan komt hij op de proppen met gegeven #2: hij vertelt het verhaal van het betreffende slachtoffer aan de hand van een soort dagboek van een getuige, een vrouw die nu een bejaarde succesvolle misdaadschrijfster is. Een trip waarbij heden en verleden constant over elkander lopen te struikelen is dan het gevolg (het heeft daardoor wat van Robert Goddards Hand In Glove), en het is dan natuurlijk meegenomen dat ook de centrale held op die manier de nodige confrontaties met een pijnlijk verleden mag ondergaan (zie ook: City Of Bones van Michael Connelly, de Amerikaanse schrijver die Robinsons roman onder de superlatieven mag bedelven). Ondanks het switchen in de tekst, is het boek geschreven met een indrukwekkende schwung en komen de personages voldoende tot leven om de aandacht erbij te houden. Niets nieuws onder de zon dus, maar wel een geslaagde kennismaking met een kwaliteitsschrijver. Aanrader voor degenen de het Ulysses-stadium intussen wel achter zich gelaten hebben. (****)
Ik had nog nooit gehoord van Robinson, iets dat naarmate ik vorderde in In A Dry Season steeds een belachelijker idee werd. Het is namelijk een prima misdaadroman in de Britse traditie van o.m. Ian “who else” Rankin en Patricia Cornwell. Ook hier gaat het om een serie waarin steeds hetzelfde personage opdraaft (inspecteur Alan Banks), die meer dan een paar oppervlakkige gelijkenissen vertoont met genre-iconen als Morse en Rebus. Niet alleen gaat het om een door het leven getekende veteraan met persoonlijke, relationele en professionele problemen; het gaat ook om een levensvisie en een resem sociale handicaps (“In my solitude you haunt me…” etc, u kent dat wel, compleet met plaatjes klassieke muziek) die intussen tot de gemeenplaatsen van de misdaadschrijverij zijn gaan behoren. Vijfhonderd pagina’s slaagt Robinson erin de lezer (deze jongen, althans) bij de les te houden, en dat met een bijna belachelijk simpele structuur: op een dag vind een jongetje een lijk in een uitgedroogd meer, en het is aan Banks en zijn (beschikbare) vrouwelijke collega om uit te dokteren over wie het gaat en hoe deze persoon het hiernamaals in werd gejaagd. En dan komt hij op de proppen met gegeven #2: hij vertelt het verhaal van het betreffende slachtoffer aan de hand van een soort dagboek van een getuige, een vrouw die nu een bejaarde succesvolle misdaadschrijfster is. Een trip waarbij heden en verleden constant over elkander lopen te struikelen is dan het gevolg (het heeft daardoor wat van Robert Goddards Hand In Glove), en het is dan natuurlijk meegenomen dat ook de centrale held op die manier de nodige confrontaties met een pijnlijk verleden mag ondergaan (zie ook: City Of Bones van Michael Connelly, de Amerikaanse schrijver die Robinsons roman onder de superlatieven mag bedelven). Ondanks het switchen in de tekst, is het boek geschreven met een indrukwekkende schwung en komen de personages voldoende tot leven om de aandacht erbij te houden. Niets nieuws onder de zon dus, maar wel een geslaagde kennismaking met een kwaliteitsschrijver. Aanrader voor degenen de het Ulysses-stadium intussen wel achter zich gelaten hebben. (****)