A review by houyhnhnm64
De rustelozen by Olga Tokarczuk, Greet Pauwelijn

4.0

Toevallig heb ik in de periode waarin ik De rustelozen van Olga Tokarczuk las regelmatig geluisterd naar Catalogue d’oiseaux van Olivier Messiaen. Dit imposante werk voor piano kan moeilijk worden getypeerd als toegankelijk. Ergens op internet trof ik een mening aan van een luisteraar die zelfs vond dat dit niet een eens een compositie genoemd mocht worden, het was volgens hem slechts een bijeengeraapt zooitje klanken. Dit is ver bezijden de waarheid, Messiaen heeft uiteraard zijn werk met grote zorgvuldigheid gecomponeerd. Verwacht alleen geen pianosonate van, zeg, Haydn. Messiaen pionierde, innoveerde, en dergelijke pioniers zijn nodig, want met alleen maar nog meer pianosonates à la Haydn nemen we natuurlijk geen genoegen.

Een pionier is ook Tokarczuk op het terrein van de literatuur met De rustelozen. Het geheel is zorgvuldig gecomponeerd, en bevat veel boeiende passages. Maar wat de gehele samenhang van de compositie is, dringt zich niet onmiddellijk op. Verwacht geen klassieke roman. Het zijn vaak korte fragmenten, en net als een verhaal op stoom komt, wordt het weer verlaten. Als lezer blijf je achter in lichte verwarring. Maar zie, later pakt de auteur toch weer de draad op, zonder overigens ook maar ergens tot opgelegde conclusies te komen. Een intrigerend boek, maar geen boek dat ik steeds gretig ter hand nam, net zo min als ik altijd zin heb om naar Messiaens Catalogue te luisteren. Wat daarenboven ook geen werk is dat je in z’n in geheel beluistert, je pakt fragmenten. Die met elke beluistering meer geheimen prijsgeven. En zo is het voor mijn gevoel ook met De rustelozen: het roept om herlezen, niet noodzakelijkerwijs het geheel ineens, losse deeltjes kan ook. En daar kun je dan over mijmeren, wat zo’n tekst te zeggen heeft. Zo’n soort boek is het. Laat ik een met het oog op de titel volgens mijn inschatting tamelijk cruciaal citaat in z’n geheel weergeven:

‘Schommel met je lichaam, beweeg, sta niet stil. Alleen zo kun je aan hem ontkomen. Hij die over de wereld heerst, heeft geen macht over beweging en weet dat ons bewegende lichaam heilig is, alleen wanneer je je beweegt, kun je aan hem ontsnappen. Hij oefent macht uit over datgene wat onbeweeglijk en verstijfd is, wat zonder wil en krachteloos is.
Beweeg je dus, schommel, wieg met je lichaam, ga, ren, vlucht, want zodra je de controle over jezelf verliest en stilstaat zullen zijn grote handen je vastgrijpen en je in een marionet veranderen, je zult omhuld worden door zijn adem die naar rook, uitlaatgassen en naar de grote vuilnishopen buiten de stad stinkt. Hij zal je kleurrijke ziel in een klein, oppervlakkig zieltje veranderen dat uit krantenpapier is geknipt, hij zal je bedreigen met vuur, ziekte en oorlog, hij zal je bang maken tot je je rust verliest en niet meer kunt slapen. Hij zal je een merkteken geven en in zijn registers opnemen, hij zal je het document van je ondergang geven. Hij zal ervoor zorgen dat je gedachten in beslag worden genomen door onbelangrijke zaken zoals wat te kopen en wat te verkopen, waar het goedkoper is en waar het duurder is. Voortaan zul je je zorgen maken over futiliteiten: de prijs van benzine en welk effect die zal hebben op de afbetaling van je lening. Elke dag zal aanvoelen als een pijnlijke ervaring, alsof je een straf uitzit, maar wie de misdaad heeft gepleegd en wanneer en wat voor een misdaad dat was, dat zul je nooit te weten komen.’