Take a photo of a barcode or cover
stef369 's review for:
Niets dan de nacht
by John Williams, Edzard Krol
Ik had al eerder kennis gemaakt met John Williams en zijn legendarische "Stoner", maar ook deze kleine roman - of eerder novelle - is een meesterwerk in miniatuur. Arthur Maxley, het hoofdpersonage in dit verhaal, was als kind getuige van een gewelddadige scène tussen zijn ouders. Het bezorgt hem een levenslang trauma. Williams laat ons het hele verhaal door echt "kijken" in de geest van Maxley, en dat gebeurt in detail en met veel psychologisch inzicht. Voor Arthur Maxley bevindt zijn "echte" leven zich in een "vorige tijd", de tijd dat hij een zeer hechte, haast sensuele band had met zijn moeder. Het leven dat hij "nu" lijdt (het verhaal dat we lezen) is voor hem een donkere, angstaanjagende nachtmerrie. En dat "donkere", die duisternis: dat is echt het hoofdthema van deze roman "noir". In zovele, prachtige beelden lezen we tal van variaties op dit thema. Dit zijn maar enkele voorbeelden: p. 23: "Hoewel hij een hekel had aan zijn appartement, meende hij soms dat dit ruimschoots werd gecompenseerd door de aangename donkerte van de lange trap, en als hij naar beneden ging, de anonieme schemering in, was hij in staat zich minder bewust van zichzelf te worden; ook al duurde het maart kort, hij kon opgaan in de duisternis, er op een of andere manier deel van uitmaken." p. 77: "Toen hij de hal van het hotel uit strompelde, merkte hij dat het donker was geworden, dat de duisternis in stilte van boven was neergedaald om een oude strijd met de stad aan te gaan. De straatlichten en de elektrische uithangborden sputterden tegen, maar hun protest leek de enorme kracht van de nacht slechts te benadrukken." (wat me meteen echt aan de sfeer van een schilderij van Hopper doet denken!). p. 128: "Onvast begon hij aan de wandeling door de lange, smalle straat naar waar het donker werd en waar geen licht was, waar de nacht op hem drukte, waar niets op hem wachtte, waar hij, uiteindelijk, alleen was."
De weinige mensen die Arthur ontmoet, zoals zijn vader en een meisje die hij in een danstent leert kennen (die, contrasterend met de duisternis van de roman, "Claire" blijkt te heten...) kunnen hem niet uit zijn nachtmerrie wakker maken, integendeel, hij herbeleeft telkens opnieuw zijn traumatische ervaring, wat hem uiteindelijk fataal wordt. Hij blijft alleen achter. Over eenzaamheid lezen we trouwens nog een mooie passage op p. 78: "De eenzame figuur in een onveranderlijke, uitgestrekte woestijn is minder eenzaam dan iemand die verdwaald is in de oneindigheid van een drukke stad. Wie alleen is in de woestijn is zich altijd nog bewust van zijn betekenis, hoe klein ook, en van de relatie tot de ruimte die hij kan zien. Maar iemand die alleen is te midden van een krioelende menigte, verliest zijn bewustzijn van zichzelf als individu. De honderden vreemde lichamen die onbewust tegen hem aan duwen, de honderden vreemde ogen die hem onbewust uitdrukkingsloos en zonder herkenning aankijken, de stemmen die boven hem, om hem heen, maar nooit tot hem spreken - daarin ligt de werkelijke eenzaamheid."
Dat Williams deze geniale roman schreef als zijn debuut op 26-jarige leeftijd, is bijna een wonder en toont wat voor een schrijver hij is. Er is ook veel geschreven over de zogenaamde autobiografisch elementen in zijn boeken. Als dit verhaal ook autobiografische elementen bevat (ook hij zou een traumatische ervaring hebben gehad zijn jeugd), dan is dit wel heel tragisch. Voor mij is deze psychologische thriller, een soort donkere, Hitchcock-iaanse vertelling, een hoogtepunt in de literatuur.
De weinige mensen die Arthur ontmoet, zoals zijn vader en een meisje die hij in een danstent leert kennen (die, contrasterend met de duisternis van de roman, "Claire" blijkt te heten...) kunnen hem niet uit zijn nachtmerrie wakker maken, integendeel, hij herbeleeft telkens opnieuw zijn traumatische ervaring, wat hem uiteindelijk fataal wordt. Hij blijft alleen achter. Over eenzaamheid lezen we trouwens nog een mooie passage op p. 78: "De eenzame figuur in een onveranderlijke, uitgestrekte woestijn is minder eenzaam dan iemand die verdwaald is in de oneindigheid van een drukke stad. Wie alleen is in de woestijn is zich altijd nog bewust van zijn betekenis, hoe klein ook, en van de relatie tot de ruimte die hij kan zien. Maar iemand die alleen is te midden van een krioelende menigte, verliest zijn bewustzijn van zichzelf als individu. De honderden vreemde lichamen die onbewust tegen hem aan duwen, de honderden vreemde ogen die hem onbewust uitdrukkingsloos en zonder herkenning aankijken, de stemmen die boven hem, om hem heen, maar nooit tot hem spreken - daarin ligt de werkelijke eenzaamheid."
Dat Williams deze geniale roman schreef als zijn debuut op 26-jarige leeftijd, is bijna een wonder en toont wat voor een schrijver hij is. Er is ook veel geschreven over de zogenaamde autobiografisch elementen in zijn boeken. Als dit verhaal ook autobiografische elementen bevat (ook hij zou een traumatische ervaring hebben gehad zijn jeugd), dan is dit wel heel tragisch. Voor mij is deze psychologische thriller, een soort donkere, Hitchcock-iaanse vertelling, een hoogtepunt in de literatuur.