alleseter's profile picture

alleseter 's review for:

Edda by Unknown
4.0

De titel is een beetje verwarrend, want er bestaan twee Edda's, en dit boek bevat alleen de poëtische Edda, oftewel de Codex Regius, aangevuld met wat extra liederen. Het boek bevat dus 36 epische gedichten, die qua vorm en inhoud erg uiteenlopen, geen geheel vormen, soms overlappen, soms elkaar tegenspreken en vaak zonder extra uitleg moeilijk te begrijpen zijn.

De eerste veertien liederen putten uit de Noorse mythologie, de overigen verhalen van de Völsungen en hun inhoud overlapt min of meer dat van het [b:The Nibelungenlied|18261|The Nibelungenlied|Unknown|https://i.gr-assets.com/images/S/compressed.photo.goodreads.com/books/1547357597l/18261._SY75_.jpg|1145339]. De gedichten zijn zeer divers. In de Völuspá, waarmee het boek begint, spreekt een orakel en dit gedicht zit vol mystiek en profetieën. De Hávasmal, die hierop volgt, is een aaneenschakeling van goede raad. Opmerkelijk zijn enkele scheldpartijen: in Hárbarðsljóð weigert een veerman (blijbkaar Odin) Thor over te zetten en dwingt deze de god, ondanks al diens macht, om een enorme omweg te maken. In Lokasenna scheldt Loki op een feest iedereen uit die het woord tegen hem opneemt en legt zo de corruptie in het karakter van de goden bloot. Maar het leukste lied is het korte Þrymskviða, waarin de machtige Thor gekleed gaat als bruidje om zijn hamer terug te winnen.

Veel gedichten zijn vooral voor Wagnerliefhebbers belangrijk, want het is duidelijk dat de componist flink heeft lopen grasduinen in deze liederen voor zijn operatetralogie. Het vraag-en-antwoordspel van de Vafþrúðnismál is overduidelijk de inspiratiebron voor dat van Mime en Wanderer in de eerste akte van 'Siegfried'. Ook Wagners manier van dichten lijkt hier zijn oorsprong te vinden. De opera 'Siegfried' is verder duidelijk gebaseerd op de Reginsmál, de Fáfnismál en de Sigrdrífumál. In de Reginsmál is sprake van een ring(!), van Fafnir de draak en een zwaard dat een aambeeld klieft. In Fáfnismál spreekt Fafnir zijn laatste woorden uit, proeft Sigud Fafners bloed en verstaat hij zo de vogels, die hem wijzen op Regins (Mime's) verraad en op de slapende Walküre. Deze doet Sigurd in de Sigrdrífumál ontwaken. Ze heet hier alleen Sigrdrífa en geen Brünhilde, maar dat blijkt een synoniem te zijn...

Gek genoeg zit de stof van 'Götterdämmerung' en van het eerste deel van het Nibelungenlied nauwelijks in deze Edda. Marcel Otten vult dat hiaat aan met delen uit de Völsungensaga, zodat de lezer de gebeurtenissen kan blijven volgen. De laatste negen liederen komen overeen met deel twee van het Nibelungenlied waarin de Bourgondiërs worden uitgemoord door de troepen van Atli (Attila de Hun). Het is fascinerend om over deze deels historische, Midden-Europese gebeurtenissen te lezen in een dichtwerk dat eeuwen later en op duizenden kilometers afstand is opgeschreven.

Marcel Otten heeft een leesbare vertaling opgeleverd, maar omdat de liederen voortborduren op een volslagen verloren gegane traditie, blijven ze vaak nogal hermetisch. Het beste zijn naast genoemde scheldpartijen en Þrymskviða die Skaldenliederen waarin de emoties van de hoofdpersonen worden uitgediept, zoals bijv. het klaaglied van Oddrún (Oddrúnargrátr).